De Tijdspiegel, Volume 21881 |
Other editions - View all
Common terms and phrases
Actes et mémoires afgevaardigden Afrikaner alles ambassadeurs Anne-Mie Annette antwoord Barend beginsel bestuur Beverningk Bijlandt boeren bondgenooten bootsman Britsche D'Avaux d'Estrades dagen deed dien Dinant Disdier eenige eischen elkander Engeland Engelsche Frankrijk Franschen geheel geweest gezanten godsdienst goed groote heer Domela Nieuwenhuis Hollandsche hooger Huiser Hunne H. M. iets intusschen Jenkins Juni Kaapkolonie Kaapsche Kaapstad Keizer kolonie Koning kwam land laten liberale partij liet Lodewijk XIV Lord Carnarvon Lotharingen maken mensch Mevrouw Van Walden Minister moeder moest Molteno Natal Nijmegen noodig nuntius onze oogen oogenblik oorlog Paul Krüger politiek Pomponne President Pretoria Raadpensionaris recht Regeering Reinier Republiek scheen schoon Schrijver Sir Bartle slechts Spanje Staten-Generaal Temple terwijl Teun thans tooneel Transvaalsche tusschen vader Verbaal volk vraag vrede Vrijstaat vrouw want weinig werk weten wijze wilde wist woorden zaak zedelijk zeide zeker zelfs zelven zijner Zoeloes zooals zooveel zouden Zuid-Afrika Zuid-Afrikaansche Republiek zulk Zweden
Popular passages
Page 377 - Si l'on nous disait qu'il existe un pays où la chasteté est mise à si haut prix pour les femmes qu'on l'appelle leur honneur; si l'on nous disait que la perte de cette vertu, anéantissant, ce semble, toutes les autres aux yeux du monde, flétrit non-seulement la coupable, mais sa famille, et qu'on a vu des filles tuées par leurs pères rien que pour cette faute; si l'on ajoutait que cette faute, lorsque la femme est mariée, la conduit devant les tribunaux ; lorsque la femme est servante, la...
Page 357 - Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vleesch, geen goed woont ; want het willen is wel bij mij, maar het goed te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.
Page 377 - ... ceux-là par l'ennui, d'autres par la vanité, se précipitent à la poursuite de cette vertu, comme des limiers sur une bête de chasse ; qu'enfin, par un contraste bizarre, le même monde, qui accable...
Page 377 - ... vertu, comme des limiers sur une bête de chasse ; qu'enfin, par un contraste bizarre, le même monde, qui accable d'anathèmes les femmes lorsqu'elles succombent, élève sur une sorte de pavois ceux qui les font succomber, et honore leur succès du nom réservé aux actions les plus glorieuses, le nom de conquête; certes, si un tel tableau nous était offert, et qu'on nous demandât de préjuger le caractère de la loi...
Page 377 - ... les droits de la justice et de la pudeur; tout séducteur sera puni deux fois, car il fait le mal et le fait faire. Voilà le langage que tout honnête homme prêterait au législateur; voici ce que décide notre Code : La fille, dès l'âge de quinze ans, répond seule de son honneur, c'est-à-dire que la séduction masculine est impunie. Quinze ans!... mais c'est l'âge qui a le plus besoin de défense! l'âge où l'innocence même est une cause de chulé!
Page 357 - Maar ik zie eene andere wet in mijne leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijne leden is.
Page 176 - Voor zoover het maatschappelijk belang het gedoogt, wordt ook wel degelijk op het belang van het individu gelet. Maar dat beginsel van liefde sluit toch strenge straffen niet uit. Het maatschappelijk belang, dat ik van het recht niet kan scheiden, heeft bij de ontwerpers altijd op den voorgrond gestaan. De straf strekt niet tot verbetering, maar dit belet niet dat men juist in het maatschappelijk belang zooveel mogelijk de verslechtering der gevangenen voorkome en hunne verbetering zooveel mogelijk...
Page 377 - ... punie, mais tout séducteur le sera deux fois plus, car il fait le mal et le fait faire. Voilà le langage que tout honnête homme prêterait au législateur; voici ce que dit notre Code: La fille, dès l'âge de quinze ans, répond seule de son honneur. Toute séduction est impunie 1 . Toute corruption est impunie 2 . Toute promesse de mariage est nulle.
Page 371 - ... vervloeken, en bidt voor degenen, die u geweld doen. 29 Dengenen, die u aan de wang slaat, bied ook de andere ; en dengenen, die u- den mantel neemt, verhinder ook den rok niet te nemen. 30 Maar geef een' iegelijk, die van u begeert ; en van dengenen, die het uwe neemt, eisch niet weder.
Page 176 - De straf strekt niet tot verbetering, maar dit belet niet dat men juist in het maatschappelijk belang zooveel mogelijk de verslechtering der gevangenen voorkome en hunne verbetering zooveel mogelijk bevordere. Misschien maak ik mijne bedoeling door een eenvoudig voorbeeld duidelijk. De Staat sluit den misdadiger niet op om hem voedsel te geven, maar in het maatschappelijk belang. Is het individu echter opgesloten, dan rust op den Staat de verplichting om hem te voeden. Evenzoo is het met de behartiging...